asielzoekerscentrum

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • asiel·zoe·kers·cen·trum
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord asielzoekerscentrum asielzoekerscentra
asielzoekerscentrums
verkleinwoord asielzoekerscentrumpje asielzoekerscentrumpjes

Zelfstandig naamwoord

het asielzoekerscentrumo

  1. woonplaats voor asielzoekers zonder verblijfsvergunning
    • De familie Grigoryan is al negen jaar in Nederland en heeft altijd in asielzoekerscentra gezeten. De kinderen van acht, vijf en drie jaar oud zijn hier geboren. Hun asielverzoeken zijn steeds afgewezen. [1] 
    • Als de asielprocedure is voltooid gaan mensen uit het asielzoekerscentrum naar een eigen woning of het land uit. 
     Het kabinet trekt de vergunningverlening voor een asielzoekerscentrum in de Overijsselse plaats Albergen naar zich toe. Daarmee passeert het kabinet de gemeente Tubbergen, waar Albergen ligt.[2]
Synoniemen
  1. AZC

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Reformatorisch Dagblad 21-1-2019 Advocate: Armeens gezin uitgezet
  2.   Weblink bron “Kabinet passeert voor het eerst gemeente: vergunning voor azc in hotel” (16 augustus 2018), NOS