Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • asiel·zoe·kers

Zelfstandig naamwoord

de asielzoekersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord asielzoeker
     Staatssecretaris Van der Burg schrijft aan de Tweede Kamer dat het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) een hotel in Albergen heeft gekocht. Al sinds april wordt met de gemeente gesproken over opvang van asielzoekers in dat gebouw, maar tot een akkoord is het niet gekomen.[1]

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Kabinet passeert voor het eerst gemeente: vergunning voor azc in hotel” (16 augustus 2018), NOS