artiest
- ar·tiest
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘kunstenaar’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1553 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | artiest | artiesten |
verkleinwoord | artiestje | artiestjes |
de artiest m
- (beroep) iemand die zijn creatieve talenten gebruikt om kunst te maken, uitvoerend kunstenaar
- Het jonge meisje voelde zich al een hele artiest toen ze op de vrijmarkt speelde op haar viool.
1.
- Het woord artiest staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "artiest" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "artiest" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be