• ar·res·ta·tie
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘inhechtenisneming’ voor het eerst aangetroffen in 1445 [1]
  • Afgeleid van arresteren met het achtervoegsel -atie
enkelvoud meervoud
naamwoord arrestatie arrestaties
verkleinwoord arrestatietje arrestatietjes

de arrestatiev

  1. (juridisch) een aanhouding door de sterke arm der wet
     Agenten gingen kijken en zagen de man slapend op de bestuurdersstoel liggen. Ze herkenden hem als de gezochte gevangene en hielden hem aan. De man verzette zich flink tijdens zijn arrestatie, meldt Omroep Brabant.[2]
     De mensen die het geweld van dichtbij meemaakten, zullen dat nooit vergeten. Door verdriet, of door gewetenswroeging. We weten ook dat leden van de ETA na hun arrestatie werden gemarteld door de politie."[3]
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]
  1. "arrestatie" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2.   Weblink bron “Gezochte gevangene met doorgeladen pistool aangehouden” (08-08-2019), NOS
  3.   Weblink bron “Einde van de ETA komt eraan: 'Uiteindelijk hebben we allemaal verloren'” (07-03-2018), NOS
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be