Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • april·maand
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aprilmaand aprilmaanden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aprilmaandv / m

  1. (tijdrekening) de vierde maand van het jaar
     Andere vergelijkingen: december was dit jaar warmer dan de gemiddelde aprilmaand (9,2 graden) en bijna een graad warmer dan de warmste maartmaand (8,8 graden in 1991).[1]
     De lente was dit jaar fraai door een uitzonderlijk warme aprilmaand. Het was zelfs de warmste april sinds het jaar 1706. De zomer viel dit jaar tegen. Vooral in juli was het erg koel.[2]
Synoniemen
Hyperoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Eerste vorstvrije december ooit” (Dinsdag 29 december 2015, 08:04), NOS
  2.   Weblink bron “2011 in toptien van warmste jaren” (Donderdag 29 december 2011, 12:13), NOS