Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fe·bru·a·ri·maand
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord februarimaand februarimaanden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de februarimaandv / m

  1. (tijdrekening) de tweede maand van het jaar
     De brandweer waarschuwde afgelopen zondag al voor branden in bossen en op de heide, als gevolg van de aanhoudende droogte. Maar hoe zit dat? Hadden we dit jaar niet de op een na natste februarimaand ooit?[1]
     De vroegste warme dag ooit werd in 1990 op 24 februari genoteerd. Dat was in Oost-Maarland in Zuid-Limburg. Het maandrecord van warmste februarimaand zal evenmin verbroken worden, denkt Kuipers Munneke. "Daarvoor was het aan het begin van deze maand te koud. Ook duikt de nachttemperatuur deze dagen onder de nul."[2]
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Erika de Joode
    “Weinig regen, meer verdamping: droogte leidt in natuur tot brandgevaar” (Vrijdag 10 april 2020, 17:39), NOS
  2.   Weblink bron “Het blijft uitzonderlijk zacht: kwik gaat in de richting van 20 graden” (Zondag 24 februari 2019, 15:59), NOS