antilichaam
- Geluid: antilichaam (hulp, bestand)
- an·ti·li·chaam
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | antilichaam | antilichamen |
verkleinwoord | antilichaampje | antilichaampjes |
het antilichaam o
- (medisch) antistof in het bloed
- [1] immunoglobuline, antistof
1.
- Het woord antilichaam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "antilichaam" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be