anti-infectieus

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  anti-infectieus    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• an·ti - in·fec·ti·eus

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van infectieus met het voorvoegsel anti-

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	anti-infectieus	anti-infectieuzer	anti-infectieust
verbogen	anti-infectieuze	anti-infectieuzere	anti-infectieuste
partitief	anti-infectieus	anti-infectieuzers	-

Bijvoeglijk naamwoord

anti-infectieus

1. (medisch) tegen de infectieverwekker gericht

Antoniemen

• infectieus

Vertalingen

    1. tegen de infectieverwekker gericht   

Engels: antiinfective (en)

Spaans: antiinfeccioso (es)

Gangbaarheid

• Het woord 'anti-infectieus' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.