andreaskruis
- an·dre·as·kruis
- eponiem: samenstelling van Andreas en en kruis zn , genoemd naar de apostel Andreas die volgens de overlevering gekruisigd werd aan een diagonaal kruis; in de betekenis van ‘liggend kruis’ voor het eerst aangetroffen in 1857 [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | andreaskruis | andreaskruisen andreaskruizen |
verkleinwoord | andreaskruisje | andreaskruisjes |
het andreaskruis o
- (heraldiek) kruis van twee even lange, schuingeplaatste balken
- Er zijn speciale verzamelaarsbeurzen voor andreaskruisen.
1. kruis van twee even lange, schuingeplaatste balken
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord andreaskruis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.