analytisch
- Geluid: analytisch (hulp, bestand)
- ana·ly·tisch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | analytisch | analytischer | |
verbogen | analytische | analytischere | |
partitief | analytisch | analytischers | - |
analytisch [1]
- op analyse berustend, daarmee werkend, daaruit bestaand, ontledend
- ▸ Uit analytisch onderzoek komt naar voren dat het ego veeleer lijkt op iets waarop het boeddhisme al sinds lange tijd zinspeelt: een kunstige illusie, een flakkerende, grillige vlam die nauwelijks een idee heeft van zichzelf, een entiteit die volkomen versmolten is met en doortrokken is van de buitenwereld, een 'ik' dat is voorbestemd om na een korte tijdspanne op te lossen en opnieuw op te gaan in een kosmisch geheel waarvan het zich nooit afgescheiden had moeten wanen.[2]
- ▸ 'Ja, graag,' zeg ik, blij dat hij meteen ter zake wil komen en dat we op de analytische golflengte verder kunnen.[3]
1.
- Het woord analytisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "analytisch" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Hoe overleef ik de moderne wereld” (2022), Atlas Contact , ISBN 9789045045979
- ↑ “Het dossier” (2017), Luitingh-Sijthoff , ISBN 9789021042503
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be