• amoe·be
enkelvoud meervoud
naamwoord amoebe amoeben, amoebes
verkleinwoord amoebetje amoebetjes

de amoebev / m

  1. (protisten) eencellige eukaryoot die van vorm kan veranderen door het uitsteken en intrekken van schijnvoetjes
    • Onder de microscoop waren meerdere amoeben zichtbaar. 
87 % van de Nederlanders;
79 % van de Vlamingen.[3]