• amoe·be
enkelvoud meervoud
naamwoord amoebe amoeben, amoebes
verkleinwoord amoebetje amoebetjes

de amoebev / m

  1. (protisten) eencellige eukaryoot die van vorm kan veranderen door het uitsteken en intrekken van schijnvoetjes
    • Onder de microscoop waren meerdere amoeben zichtbaar. 
     Maar insecten en bacteriën, dat zijn toch geen dieren? Ik beschouw een amoebe als een dier.[3]
     Hij had de anatomie van de amoebe echter uit zijn duim gezogen en was alleen nieuwsgierig naar de gevolgen van zijn grap.[4]
87 % van de Nederlanders;
79 % van de Vlamingen.[5]