ambidexter
- Geluid: ambidexter (hulp, bestand)
- am·bi·dex·ter
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ambidexter | ambidexters |
verkleinwoord |
de ambidexter m
- iemand die zowel links- als rechtshandig is
- (figuurlijk) een handig iemand
stellend | |
---|---|
onverbogen | ambidexter |
verbogen | ambidextere |
partitief | ambidexters |
ambidexter
- alleen predicatief: zowel links- als rechtshandig
- Het woord ambidexter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ambidexter" herkend door:
41 % | van de Nederlanders; |
62 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ ambidexter op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be