Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • am·bi·dex·ters

Bijvoeglijk naamwoord

ambidexters

  1. partitief van de stellende trap van ambidexter
    • Dat is iets ambidexters... 

Zelfstandig naamwoord

de ambidextersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord ambidexter