als een duiveltje uit een doosje

Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: duiveltje-uit-een-doosje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • als een dui·vel·tje uit een doos·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord als een duiveltje uit een doosje als duiveltjes uit een doosje

Zelfstandig naamwoord

het als een duiveltje uit een doosjeo

  1. (figuurlijk) persoon of ontwikkeling die opeens of heel heftig op de voorgrond treedt
    • Met de nieuwe huisbaas, het gemeentelijk havenbedrijf, werd vervolgens na lang onderhandelen een toekomstplan voor Ruigoord gemaakt. een nieuw Ruigoord lag in het verschiet. Maar opnieuw lijkt de ‘vooruitgang’ als een duiveltje uit een doosje te komen. Het havenbedrijf kan door de aantrekkende economie weer vierkante meters kwijt aan opslagruimten voor cacao, kolen en olie. [1]
    • Het VVD-kamerlid Cherribi, zelf van Marokkaanse afkomst, voelt zich in het geheel niet aangesproken door de wijze waarop zijn fractievoorzitter spreekt over immigranten. Integendeel. 'Het heeft alles te maken met de man. Hij heeft een goede uitstraling en is altijd oprecht. Bolkestein is de enige politiek leider die een oplossing heeft voor het vreemdelingenvraagstuk.' Als een duiveltje uit een doosje verschijnt het onderwerp van gesprek. Terwijl de camera's snorren, laat het lachende duo zich met een pint in de knuisten vereeuwigen. [2]
    • Gerrit Klaassen had eens eene juttepeer, die erg beurs was, op zijn stoel gelegd, en toen de ondermeester er op ging zitten stoof hij op, als een duiveltje uit een doosje, greep Gerrit hij zijn kladden en zei: ‘jou zal ik op je verd..... geven’. [3]
    • Subiet, als een duiveltje uit een doosje, vertoonen zich boven de verschansing wel vijftig koppen van landverhuizers en landverhuizertjes, op eene schrikbarende wijze de tong uitstekende en als eene roode oproervaan latende wapperen, net als of allen hard ziek waren en de dokter nog in funktie was. [4]
Opmerkingen
  • De frase met "als een …" vervult eigenlijk de rol van een bijvoeglijk naamwoord of bijwoord. Zij wordt vanwege de verbuigingsmogelijkheid als zelfstandig naamwoord behandeld (dus eigenlijk zonder "als een") behandeld.
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen