almacht
- al·macht
- samenstelling van al en macht [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | almacht | - |
verkleinwoord | - | - |
- absolute macht, macht over alles
- Van god wordt gezegd dat hij almacht heeft.
- ▸ In zijn leerstellingen keurde Al-Ghazali de ideeën van Aristoteles af; dat gold ook voor andere ideeën die de almacht van God tegenspraken.[2]
1. absolute macht, macht over alles
- Het woord almacht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "almacht" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ almacht op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Antonio Padilla“Fabeachtige getalen en waar ze te vinden” (2023), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026353512
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be