• al·ler·zwakst
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen allerzwakst
verbogen allerzwakste

allerzwakst

  1. met minder kracht dan elke andere
     In de halve finale van dinsdag zagen we het vaste kwartet op hun allerberoerdst: een zwakke schakel van het team op zijn allerzwakst, een onverklaarbare foute wissel en een kamikazeactie in de laatste bocht.[1]
  1.   Weblink bron
    Frank Huiskamp
    “Weer een olympisch fiasco, maar nu tenminste hun eigen schuld” (14 februari 2018) op nrc.nl