• al·ky·mi
Naar frequentie 77821
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   alkymi     alkymien     - - -     - - -  
genitief   alkymis     alkymiens     - - -     - - -  

alkymi, g

  1. (historisch), (wetenschap) alchemie
    «Aristoteles mente, at alt liv og alle ting på jorden var opstået af et fælles urstof. Det bestod af de fire elementer, vand, luft, ild og jord. Den samme tanke danner grundlaget for alkymien, guldmageriet, der kom til vestens lande fra Arabien i 1200-tallet.»
    Aristoteles geloofde dat al het leven en alle dingen op aarde waren voortgekomen uit een gemeenschappelijke oersubstantie. Het bestond uit de vier elementen water, lucht, vuur en aarde. Dezelfde gedachte vormt de basis van de alchemie, de goudproductie die in de 13e eeuw vanuit Arabië naar de westerse landen kwam.
  2. (figuurlijk), (magie), (neologisme) een ogenschijnlijk magisch proces waarbij iets wordt veranderd, gecreëerd of gecombineerd
    «Han var en ret skikkelig og taalmodig tøffelhelt, der syslede med alchymi og astrologi.»
    Hij was een vrij goedaardige en levendige pantoffelheld, die zich bezighield met alchemie en astrologie.