alinea
- ali·nea
- via Frans alinéa of rechtstreeks van Latijn a linea "vanaf de (kant-)lijn (beginnend)"; in de betekenis van ‘nieuwe regel’ voor het eerst aangetroffen in 1838 [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | alinea | alinea's |
verkleinwoord | alineaatje | alineaatjes |
de alinea v
- (typografie) een onderverdeling van een stuk geschreven tekst, gewoonlijk bestaande uit een paar zinnen en aangegeven door een inspringende regel of door een witregel.
- In de laatste alinea staat de conclusie van het betoog.
- ▸ Elke post begon met een citaat gevolgd door een korte alinea die nooit echt autobiografisch genoeg was om hem te plaatsen, zoals: 'Er komt een punt in je leven dat de schoonheid van de wereld genoeg is'.[3]
- ▸ De brief was niet lang; hij bestond uit twee genummerde alinea's en een handtekening.[4]
1.
- Het woord alinea staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "alinea" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ alinea op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "alinea" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ “Schildpadden tot in het oneindige” (2017), Gottmer , ISBN 9789025768652
- ↑ “Ons soort mensen” (2016), Ambo/Anthos uitgevers , ISBN 9789026334672
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
vervoeging van |
---|
alinear |
alinea
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van alinear
- gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van alinear
vervoeging van |
---|
alinearse |
alinea
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van alinearse