afwasmiddel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afwasmiddel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·was·mid·del
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van afwas ww en middel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | afwasmiddel | afwasmiddelen |
verkleinwoord | afwasmiddeltje | afwasmiddeltjes |
Zelfstandig naamwoord
het afwasmiddel o
- schoonmaakmiddel voor de vaat
- Je gebruikt snel te veel afwasmiddel voor de vaat.
- Het afwasmiddel voor de vaatwasmachine heet een vaatwasmiddel.
Vertalingen
1. zeepproduct voor de afwas
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord afwasmiddel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.