Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·tens·tid
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie zeldzaam
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   aftenstid     m: aftenstiden
v: aftenstida  
  aftenstider     aftenstidene  
genitief   aftenstids     m: aftenstidens
v: aftenstidas  
  aftenstiders     aftenstidenes  

Zelfstandig naamwoord

aftenstid, m / v

  1. avondtijd
    «Det er særlig det sene aftenstell, selskapeligheten og den knappe fritid hushjelpen klager over.»
    Het is vooral de huishouding laat in de avond, de gezelligheid en de schaarse vrije tijd waar de meid over klaagt.
Synoniemen
Synoniemen
Opmerkingen