afstoffen
- af·stof·fen
- samenstelling van af bw en stoffen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afstoffen /ˈɑfstɔfə(n)/ |
stofte af /ˌstɔftəˈʔɑf/ |
afgestoft /ˈɑfxeˌstɔft/ |
zwak -t | volledig |
afstoffen
- overgankelijk ontdoen van stof
- Hij heeft vandaag de meubels afgestoft.
- (figuurlijk) iets dat je lang niet gebruikt hebt gereedmaken om weer te gebruiken
- ▸ Mijn kinderen staan trouwens absoluut niet te trappelen om zelf ook lange wandelingen te gaan maken. Een boswandeling vinden ze al saai, maar ik heb goede hoop dat ze later in hun leven hun bergschoenen zullen afstoffen en op reis gaan. We zullen zien.[1]
1. ontdoen van stof
- Het woord afstoffen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afstoffen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be