• af·ras·te·ring
enkelvoud meervoud
naamwoord afrastering afrasteringen
verkleinwoord afrasteringetje afrasteringetjes

de afrasteringv

  1. een open hekwerk dat gebieden van elkaar scheidt
    • Om de wei staat een afrastering van prikkeldraad om te voorkomen dat de paarden weglopen. 
96 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be