Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • adres·bus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord adresbus adresbussen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de adresbusv / m

  1. (informatica) (elektronica) een bus ( = aantal adreslijnen) die door de processor van een computer gebruikt wordt om een bepaalde adresplaats te adresseren
    • De 64-bitadresbus, die tegenwoordig gebruikelijk is, kan 18.446.744.073.709.551.616 adressen benaderen 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie