Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ade·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van ader met het achtervoegsel -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aderen
aderde
geaderd
zwak -d volledig

Werkwoord

aderen [1] [2] [3]

  1. van aders voorzien
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

de aderenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord ader
     Het bloed in mijn aderen is ontdaan van warmte en wordt tegen de zin van mijn geest rondgepompt.[4]
Synoniemen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen