eenaderig
- een·ade·rig
stellend | |
---|---|
onverbogen | eenaderig |
verbogen | eenaderige |
partitief | eenaderigs |
eenaderig [1]
- van een kabel dat deze maar één ader heeft
1. van een kabel dat deze maar één ader heeft
- Het woord 'eenaderig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "eenaderig" herkend door:
83 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be