activiteitsgraad
- ac·ti·vi·teits·graad
- samenstelling van activiteit zn en graad zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | activiteitsgraad | activiteitsgraden |
verkleinwoord |
de activiteitsgraad m
- de hoeveelheid verrichtingen die iemand uitvoert
- ▸ Ook vanuit de planningscommissie, die de quota vastlegt, weerklinken nog veel vragen. Zo zou er in de toekomst onder meer rekening gehouden worden met de activiteitsgraad van de Vlaamse en Waalse artsen. Lees: aangezien Vlaamse artsen meer uren kloppen dan Waalse, zullen de quota langs Franstalige kant wat meer opgetrokken worden.[1]
- percentage van de bevolking dat betaald werk verricht of wil verrichten
1. percentage van de bevolking dat betaald werk verricht of wil verrichten
- Het woord activiteitsgraad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Simon Andries“Vandenbroucke pakt uit met deal over artsenquota, maar Vlaanderen staat op de rem” (29/04/2022), De Standaard