activiteitenniveau
- ac·ti·vi·tei·ten·ni·veau
- samenstelling van activiteit zn en niveau zn met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | activiteitenniveau | activiteitenniveaus |
verkleinwoord |
het activiteitenniveau o
- op het niveau van de individuele, niet samengestelde handelingen
- ▸ De advocaat bleef vandaag bij zijn verhaal. "Hoe vaak hoor je een scenario uit de mond van de verdachte zelf? Zelden", zei hij. "Dit scenario is echter niet wetenschappelijk getoetst. Er is geen onderzoek op activiteitenniveau gedaan, er is dus niet gekeken of deze theorie bij de praktijk past. Dan kan justitie wel zeggen dat ze het verhaal ongeloofwaardig vindt, maar het is niet eens getoetst."[1]
- de hoeveelheid handelingen die men kan verrichten
- ▸ Polichronis heeft een milde vorm van het vermoeidheidssyndroom, waardoor haar activiteitenniveau tot 50 procent afneemt. Bij de gematigde vorm zijn patiënten deels aan huis gebonden, bij de ernstige vorm zijn patiënten deels bedlegerig en bij de zeer ernstige vorm zijn patiënten volledig bedlegerig.[2]
- Het woord activiteitenniveau staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Emotionele Jos B. sluit proces af: 'Heb Nicky Verstappen niks misdaan'” (24-11-2021), NOS
- ↑ Weblink bron Naomi Defoer“Alexia (26) kreeg griep en werd nooit meer beter: ‘Ik ben chronisch vermoeid’” (30-11-2021), Tubantia