achtkantig
  • acht·kan·tig
stellend
onverbogen achtkantig
verbogen achtkantige
partitief achtkantigs

achtkantig [1]

  1. met acht zijden
     Onze kitten Midas vindt het geweldig om de achtkantige verpakking van ’Rondje van Schulp’ te gebruiken als verstopplek voor z’n nepmuis en hier vervolgens in rond te draaien.[2]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Ditr vind ik leuk” (21 dec. 2021), De Telegraaf