achterstuk
- Geluid: achterstuk (hulp, bestand)
- ach·ter·stuk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | achterstuk | achterstukken |
verkleinwoord | achterstukje | achterstukjes |
het achterstuk o
- het achterste gedeelte van een groter geheel
- ▸ Het containerschip Rena, dat voor de kust van Nieuw-Zeeland op een rif is gelopen, is in tweeën gebroken. Het voorstuk zit nog vast op het rif, het achterstuk is zo'n 30 meter weggedreven.[2]
- ▸ Als basis voor de schuilplaatsen gebruikte Wernink rioolbuizen, die het bedrijf voor die tijd al produceerde. Alleen de entree en het achterstuk met ventilatieopening moesten worden ontwikkeld.[3]
- Het woord achterstuk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Het containerschip Rena is in tweeën gebroken” (08-01-2012), NOS
- ↑ Weblink bron “Schuilplaats uit Tweede Wereldoorlog gevonden in Leidse tuin” (05-05-2021), NOS