achtergevel aan de tuinzijde van een kasteel
  • ach·ter·ge·vel
enkelvoud meervoud
naamwoord achtergevel achtergevels
verkleinwoord achtergeveltje achtergeveltjes

de achtergevelm

  1. de buitenmuur aan de achterkant van een gebouw
    • Een woordvoerder van de politie benadrukte dat de explosie géén verband houdt met de dodelijke schietpartij in Blerick, vorige week woensdag. Volgens een woordvoerder van de brandweer is de achtergevel van de flat waar de explosie zich voordeed ontzet. De oorzaak van de explosie moet waarschijnlijk gezocht worden in een gasflesje dat gebruikt wordt om aanstekers te vullen, aldus woordvoerders van brandweer en politie.[2] 
    • Het grootste project voor Robyn was de bakstenen achtergevel van de vroegere stal die in vol ornaat in de woonkamer prijkt. Robyn: „Ik wilde die helemaal opbouwen uit oude stenen van de afgebrande boerderij. Die hebben we teruggevonden, afgebikt en schoongemaakt. Iedereen verklaarde ons voor gek, maar nu vinden ze het allemaal mooi geworden. Op sommige stenen zie je nog de sporen van de brand.”[3] 
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf 09 nov. 2017
  3. de Telegraaf 05 aug. 2017