• ac·cu·mu·la·tor
enkelvoud meervoud
naamwoord accumulator accumulatoren
accumulators
verkleinwoord accumulatortje accumulatortjes

de accumulatorm

  1. (elektrotechniek) toestel dat de opeenhoping van elektrische lading mogelijk maakt, accu
  2. register in een rekenmachine waarin de hoofdbewerkingen plaatsvinden (zoals optellen)
89 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[3]