abonnementstarief

  • abon·ne·ments·ta·rief
enkelvoud meervoud
naamwoord abonnementstarief abonnementstarieven
verkleinwoord

het abonnementstariefo

  1. prijs die men moet betalen om gedurende een bepaalde periode ergens regelmatig gebruik van te mogen maken
     Om te voorkomen dat de kosten voor mensen die veel zorg nodig hebben te veel oplopen vanwege een stapeling van eigen bijdragen komt er een vast 'abonnementstarief'.[2]
     Net als andere gemeenten in Nederland ziet Hengelo dat kosten voor Jeugdhulp steeds verder uitdijen door meer vraag naar zorg en hogere kosten voor zorg. Daarnaast zorgt de vergrijzing voor meer gebruik van Wmo-voorzieningen. Bovendien zorgt het abonnementstarief ervoor dat meer mensen bij de gemeente aankloppen voor huishoudelijke hulp.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Regeerakkoord: klimaat, aflosboete en embryo-selectie” (10-10-2017), NOS
  3.   Weblink bron
    Jantien Bussink
    “Hengelo moet 8 miljoen bijleggen om jeugdzorg en Wmo te betalen en dat baart ‘grote zorgen’” (11-06-2021), Tubantia