aberdoedas
- Geluid: aberdoedas (hulp, bestand)
- IPA: / ˌabərˈdudɑs / (4 lettergrepen)
- aber·doe·das
- variant van haberdoedas, uit het Duits "habe er das" en "habe du das" "pak aan". Oorspronkelijk gebezigd als uitroep bij het uitdelen van een mep [1][2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aberdoedas | aberdoedassen |
verkleinwoord | aberdoedasje | aberdoedasjes |
de aberdoedas m
- (verouderd) (straattaal) harde klap om de oren
- Zonder zulke straffen kom je der niet: ik weet er alles van, Meneer! ik heb gevaren, en zonder zoo nu en dan een "aberdoedas" om mijn ooren, was ik nooit goed geworden. [4]
- Het woord 'aberdoedas' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.