haberdoedas
- Geluid: haberdoedas (hulp, bestand)
- IPA: / ˌhabərˈdudɑs / (4 lettergrepen)
- ha·ber·doe·das
- uit het Duits "habe er das" en "habe du das" "pak aan" als uitroep bij het uitdelen van een mep [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | haberdoedas | haberdoedassen |
verkleinwoord | haberdoedasje | haberdoedasjes |
de haberdoedas m
- harde klap om de oren
- Mij is als vertaler een heilige eerbied voor de originele tekst verweten; ik denk dat die heilige eerbied navolging verdient. Ik tril van deemoed en obstetrische omzichtigheid wanneer ik een woord, nog warm en levend in mijn handen, aan een andere gewillige taal overdraag, zoals ik dat deed met het versgebakken brood dat ik in het dorpje Bertollo uit de openbare oven naar huis bracht waar een haberdoedas mij in geval van slordigheden wachtte. [3]
- Het woord haberdoedas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "haberdoedas" herkend door:
10 % | van de Nederlanders; |
11 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ haberdoedas op website: Etymologiebank.nl
- ↑ NRC Hafid Bouazza 21 juli 2000 De deinsvaardigheid van paarden
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be