aartslui
- aarts·lui
- intensiverende afleiding van lui bn met het voorvoegsel aarts- [1]
stellend | |
---|---|
onverbogen | aartslui |
verbogen | aartsluie |
partitief | aartsluis |
aartslui
- heel erg lui, uiterst lui
- Topshow is een heerlijk, vlot geschreven boek over televisie maken en ego-management. Onthullend is het vooral in details, voor wie het programma een beetje kent. Zo blijken de drie hoofdrolspelers – Genee, Van der Gijp en Derksen – financieel binnen te lopen met het programma. De aartsluie Van der Gijp verdient vier ton per jaar met de show. Hij heeft vijf auto’s; één daarvan gebruikt hij om zijn hond te vervoeren, zodat hij niet al zijn auto’s hoeft te stofzuigen.[2]
- ▸ Met een beetje geluk kwamen deze aartsluie wezens over een dag of drie.[3]
- Het woord aartslui staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aartslui" herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Stijn Bronzwaer 12 mei 2015
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be