aarstulp
- aars·tulp
- samenstelling van aars en tulp in figuurlijke betekenis verwijzend naar de vorm; bij [3] kan een rol spelen dat tulp ook op zichzelf als scheldwoord gebruikt wordt[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aarstulp | aarstulpen |
verkleinwoord | aarstulpje | aarstulpjes |
- (medisch) pijnlijke uitstulping van een ader bij de anus (meestal in meervoudsvorm: aarstulpen)
- (vulgair) (pornografie) anus als lichaamsopening
- (scheldwoord) rotzak
- [1] aambei, hemorroïde
- [2] sterretje
- Het woord 'aarstulp' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.