aanspreekvorm
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanspreekvorm (hulp, bestand)
- IPA: / ˈansprekˌfɔrəm / (3 of 4 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·spreek·vorm
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aanspreek ww en vorm
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanspreekvorm | aanspreekvormen |
verkleinwoord | aanspreekvormpje | aanspreekvormpjes |
Zelfstandig naamwoord
de aanspreekvorm m
- woord(en) waarmee men iemand aanspreekt
Vertalingen
1. woord(en) waarmee men iemand aanspreekt
Gangbaarheid
- Het woord 'aanspreekvorm' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.