aansmeren
- aan·sme·ren
- samenstelling van aan vz en smeren ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aansmeren |
smeerde aan |
aangesmeerd |
zwak -d | volledig |
aansmeren
- overgankelijk met iets besmeren
- ditransitief aanpraten, listig verkopen
1. besmeren
2. agressief verkopen
- Het woord aansmeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aansmeren" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be