aanknopen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aan·kno·pen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aan vz en knopen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aanknopen |
knoopte aan |
aangeknoopt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
aanknopen [1]
- overgankelijk vastknopen
- overgankelijk beginnen
- aanknopen bij: verder gaan met een bespreking; inhaken op
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord aanknopen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanknopen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be