Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • knoop·te aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanknopen

knoopte aan

  1. enkelvoud verleden tijd van aanknopen
    • Ik knoopte aan. 
    • Jij knoopte aan. 
    • Hij, zij, het knoopte aan. 


Gangbaarheid