aandrift
- aan·drift
- samenstelling van aan en drift [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aandrift | aandriften |
verkleinwoord | aandriftje | aandriftjes |
- sterke opwelling om iets te doen, innerlijke drang
1.
- Het woord aandrift staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aandrift" herkend door:
76 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ aandrift op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be