• aan·de·len·pak·ket
enkelvoud meervoud
naamwoord aandelenpakket aandelenpakketten
verkleinwoord aandelenpakketje aandelenpakketjes

het aandelenpakketo

  1. (economie) een pakket aan aandelen
    • De publieke ophef over beloningen lijkt dit jaar heftiger dan ooit. Vooral stijgende bonussen en salarissen roept weerstand op. Maar de echte winstknaller voor bestuurders is de forse waardestijging van de aandelenpakketten die ze eerder als beloning ontvingen. Op de peildatum (7 april 2015) was de gemiddelde waarde van die aandelen 5,7 maal zo hoog als het basisloon (dat toch ook niet lullig kan worden genoemd). [1] 
     In het voorjaar van 1991 kocht hij namelijk al een fors aandelenpakket in een staalbedrijf dat pijpleidingen maakt.[2]
     Maar verder? Dat Vento-knulletje dat zijn eerste aandelenpakket bij elkaar stond te verdienen? Of Arne, de enige persoon in de wijde omgeving die het goed met het dorp voorhad en niet altijd alleen maar aan zichzelf dacht? Als Kathrin aan haar jeugd terugdacht, zag ze haar vader altijd kwaad of chagrijnig.[3]