aanbieder
- aan·bie·der
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanbieder | aanbieders |
verkleinwoord | aanbiedertje | aanbiedertjes |
de aanbieder m
- (beroep) iemand die beroepshalve een advies, dienst of een product ter beschikking stelt
- Je kunt kiezen tussen verschillende internetaanbieders
- ▸ Niet meer zo vaak uit eten, geen gadgets kopen, minder autorijden. Door alle abonnementen op te zeggen konden we overal een goedkopere aanbieder voor zoeken.[2]
1. iemand die beroepshalve een advies, dienst of een product ter beschikking stelt
- Het woord aanbieder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aanbieder" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanbieder | aanbieders |
aanbieder