internetaanbieder

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·ter·net·aan·bie·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord internetaanbieder internetaanbieders
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de internetaanbiederm (informatica) organisatie of persoon die diensten levert op of via het internet met name de toegang hiertoe

Synoniemen

Meer informatie

Gangbaarheid