Nederlands

 
Uitspraak
Woordafbreking
  • aal·bes·sen·dief
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aalbessendief aalbessendieven
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aalbessendiefm

  1. (zangvogels) Muscicapa striata   een kleine, onopvallende zangvogel uit de familie van vliegenvangers (Muscicapidae). Het is de enige uit het geslacht Muscicapa die op het vasteland van Europa voorkomt. De grauwe vliegenvanger is te zien op een Belgische postzegel ter waarde van 0,40 euro
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen