Zuid-Afrikaanse egel

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  Zuid-Afrikaanse egel    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• Zuid-Afri·kaan·se egel

Woordherkomst en -opbouw

• verbinding van  Zuid-Afrikaanse  en egel

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	Zuid-Afrikaanse egel	Zuid-Afrikaanse egels
verkleinwoord	Zuid-Afrikaans egeltje	Zuid-Afrikaanse egeltjes

Zelfstandig naamwoord

de Zuid-Afrikaanse egel m

1. (insecteneters) Atelerix frontalis  insecteneter uit de familie van de egels (Erinaceidae). Het is de enige egelsoort in zuidelijk Afrika

Hyperoniemen

• egels, insecteneters, placentadieren, zoogdieren, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'Zuid-Afrikaanse egel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.