Engels

Uitspraak
Woordafbreking

glob·al

Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

global

  1. bolvorming
  2. betrekking hebben op een bol
  3. wereldwijd, mondiaal
  4. op het geheel van iets betrekking hebbend
  5. (informatica) vanuit alle geledingen van een programma direct aan te roepen
Antoniemen
enkelvoud meervoud
global globals

Zelfstandig naamwoord

global

  1. (informatica) vanuit alle geledingen van een programma direct aanroepbaar onderdeel


Frans

Uitspraak
Woordafbreking
  • glo·bal
Woordherkomst en -opbouw
  enkelvoud meervoud
  mannelijk   global globaux
  vrouwelijk   globale globales

Bijvoeglijk naamwoord

global m

  1. op het geheel van iets betrekking hebbend
Overerving en ontlening