Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Riw·wel·kuche
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Riwwelkuche der Riwwelkuche Riwwelkuche die Riwwelkuche
datief me Riwwelkuche em Riwwelkuche Riwwelkuche de Riwwelkuche
accusatief en Riwwelkuche der Riwwelkuche Riwwelkuche die Riwwelkuche

Zelfstandig naamwoord

Riwwelkuche, m

  1. (kookkunst), (voeding) kruimelkoek, kruimeltaart (bloem en reuzel (en soms suiker) gemengd en gewreven tot de consistentie van kleine klontjes die worden gebruikt als bedekking voor Riwwelkuche)
Hyponiemen
Verwante begrippen
Opmerkingen