1. Een kruimeltaart met citroen.
  • krui·mel·taart
enkelvoud meervoud
naamwoord kruimeltaart kruimeltaarten
verkleinwoord kruimeltaartje kruimeltaartjes

de kruimeltaartv / m

  1. (kookkunst) meestal zoet gebak van kruimeldeeg met fruit of andere ingrediënten
     Van diegenen die omgekomen zijn wordt gezegd: ‘Overal stond wel een gesneuvelde zoon, vader of broer in een pijnlijk geworden uniform ingelijst op een gehaakt kleedje verwijtend naar de kruimeltaart op de bordjes van de nabestaanden en hun bezoek te kijken.’[1]
  1.   Weblink bron
    Piet de Moor
    “Rebellie met een grimlach” (24 mei 2013) op nrc.nl