kruimelkoek
- Geluid: kruimelkoek (hulp, bestand)
- IPA: / ˈkrœyməlˌkuk / (3 lettergrepen)
- krui·mel·koek
- samenstelling van kruimel zn en koek zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kruimelkoek | kruimelkoeken |
verkleinwoord | - | - |
de kruimelkoek m
- (kookkunst) verzamelterm voor droog en daardoor bros gebak van deeg
- ▸ Madeleines waren, zo moest ik begrijpen, van cake gemaakt, en niet van kruimelkoek: madeleines waren sponsachtige, bruine cakejes die je als vochtig schuimplastic plat kon drukken tussen je handpalmen.[1]
- (kookkunst) taart gemaakt met kruimeldeeg
- ▸ Deze kruimelkoek met aardbei en rabarber maak ik graag in het voorjaar en begin van de zomer.[2]
- Het woord kruimelkoek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Bijzaak in: De Revisor., jrg. 11 nr. 1 (februari 1984), Em. Querido's Uitgeverij, Amsterdam, p. 14
- ↑ Weblink bron Annemiek“Kruimelkoek met aardbei en rabarber” (22 juni 2019) op keukenliefde.nl